1) OVERLEG MET DE BOEREN
Dit plan is een aanzet, geen eindige lijst. Dit betekent dat deze lijst steeds aangevuld of bijgesteld kan worden door de mensen die er dagelijks mee geconfronteerd worden, namelijk de boeren zelf. Voor U luistert naar u. U kan uw voorstellen met motivatie mailen naar: gert_van_driessche@hotmail.com.
2) 4 % NIET-PRODUCTIEF AREAAL AFSCHAFFEN
Elke vierkante meter landbouwgrond moet nuttig ingevuld worden, volgens het inzicht van de boer zelf. Vandaag zijn er regels die dat verhinderen, namelijk het 4% niet-productief areaal. Stelt u zich even voor dat men aan een productie- onderneming buiten de agrarische sector zou opleggen: 4% van de productie moet men lam leggen. Te gek voor woorden toch? Daarom schaffen we het 4% niet-productief areaal af.
3) AFSCHAFFEN VERPLICHTE BUFFERSTROKEN NAAST WATERLOPEN
1m teeltvrij, 3m geen gewasbeschermingsmiddelen, 5-10m geen bemesting, behalve door rechtstreekse uitscheiding.
Als men de gewassen niet mag bemesten, m.a.w. niet mag voederen, dan kunnen de gewassen niet groeien en zijn er ook geen opbrengsten. Als men de gewassen niet mag beschermen tegen onkruid of ongedierte, dan ook geen opbrengsten. Tegenwoordig is er precisielandbouw. Met gps op de landbouwmachines kan men heel precies kunstmest en sproeimiddelen toepassen. Men kan zelfs binnen een bepaald perceel bepaalde stukken meer of minder te behandelen volgens behoefte. Daarom hebben verplichte bufferstroken naast waterlopen geen zin meer in de moderne landbouw en schaffen we dat af.
4) LANDBOUWGROND MOET LANDBOUWGROND BLIJVEN
Meer en meer landbouwgronden worden omgezet in natuurgebied. Daardoor worden we afhankelijker van andere landen voor voedsel. Wij stellen voor het voorkooprecht voor landbouwgrond voor natuurdoeleinden af te schaffen. Subsidies voor natuurverenigingen mogen niet meer aangewend worden om landbouwgrond op te kopen.
5) HET STIKSTOFDECREET MOET VAN TAFEL
Recente studies hebben aangetoond dat het stikstofdecreet gebaseerd is op foutieve cijfers en simulatiemodellen. Logisch toch dat dit moet herzien worden? Wij willen een nieuw decreet gebaseerd op reële cijfers, niet op hypotheses. Bovendien zorgt het decreet voor ongelijke concurrentie. Daarom zal het waarschijnlijk opnieuw verworpen worden door het Grondwettelijk Hof.
6) HET MESTACTIEPLAN (MAP) MOET HERZIEN WORDEN
Elke 4 jaar zijn er nieuwe regels om de waterkwaliteit in Vlaanderen verder te verbeteren door goede bemestingspraktijken. De overheid baseert zich dan op de resultaten van de onderzoeken naar de waterkwaliteit waarin ook huishoudelijke lozingen en natuurlijke uitscheiding (van watervogels zoals ganzen of eenden bvb) zit. Deze beïnvloeden de resultaten van het onderzoek en hebben niets met landbouw te maken. Waar de norm niet gehaald wordt, is er een verstrenging van de opgelegde maatregelen. Enkel de landbouw wordt daarop afgerekend terwijl de afname van de kwaliteit vaak het gevolg is van woonverdichting. Gevolg: de landbouwers mogen steeds minder bemesten. Op deze basis wordt het nieuwe MestActiePlan vastgelegd en dat is onhoudbaar.
Het MestActieplan houdt onvoldoende rekening met de nieuwe bemestingstechnieken. Mest zorgt voor voedsel voor de planten en gewassen. De nitraten en nitrieten in de mest worden omgezet in eiwit in de planten. De drijfmest wordt nu met injecteurs in de grond gebracht, zodat alle voedingsstoffen kunnen opgenomen worden door de gewassen.
Dat er regels zijn over tijdstip en hoeveelheid, kan iedereen begrijpen, zolang het realistisch blijft. MAP 7 is veel te streng en moet herbekeken worden.
7) MAXIMUM 3X DEZELFDE HOOFDTEELT NA ELKAAR
Een boer weet dat bij jaarlijkse herhaling van bepaalde gewassen, de opbrengst daalt. Dus zal de boer automatisch aan gewasrotatie doen door gewoon zijn gezond boerenverstand te gebruiken. Vele boeren komen in de problemen door de regel dat men maximum 3x dezelfde hoofdteelt na elkaar mag toepassen. Vooral rundveeboeren komen daarmee in de problemen omdat maïs een belangrijk voedsel is voor hun rundvee. Maïs kan men verschillende jaren na elkaar toepassen, zonder daar schade te berokkenen. Maïs is een belangrijk voedermiddel voor dieren. Laat de boer vrij om te telen volgens zijn ondernemersplan.
8) BODEMSTAALAFNAMES OVERLATEN AAN DE BOER ZELF
Een boer weet dat de bodem in goede staat moet zijn om een goede opbrengst van zijn gewassen te bekomen. Laat de boer zelf bodemstaalnames nemen van zijn grond waar hij dit nodig acht in plaats van hem te verplichten om staalnames te nemen van percelen die de overheid zelf aanduidt.
9) RECHTSZEKERHEID: VERLEENDE VERGUNNINGEN BLIJVEN GELDIG VOOR DE VOLLEDIGE VERGUNDE PERIODE
Eenmaal vergund, kan men geen aanpassingen, of bijkomende verplichtingen meer opleggen. Rechtzekerheid is essentieel om te landbouwen en te ondernemen.
10) INVOERING STAATSWAARBORG VOOR INVESTERINGEN WEGENS WIJZIGENDE WETGEVING
Als landbouwers extra investeringen moeten doen in het kader van nieuwe wetten of wetswijzigingen (stikstof, waterbeleid, enz) willen wij dat de banken kunnen beroep doen op een staatswaarborg ipv persoonlijke waarborg. Zo kan de boer zijn waarborg houden voor zijn productieve investeringen. Als achteraf blijkt dat de wetgeving te streng of onnodig was moet de boer niet opdraaien voor de fouten van de regering.